Hoofdstuk 4, tekst D (versie 1)
Terwijl de mannen met elkaar praatten, kwam de slavin zo snel mogelijk naar het vrouwenvertrek. Daar toonde zij aan de moeder van Eurykleia, welke mannen aanwezig waren in het mannenvertrek. "Wat willend zijn zij hier?" vroeg Filoxene "Zij willen toch niet praten over een huwelijk van Dionysodoros en Eurykleia?" "Ik weet het niet" antwoordde de slavin "Maar ik vermoed..." Filoxene riep uit: "ZWIJG! Want voor jou is het niet gepast je mening bekend te maken." toen verliet de slavin het vrouwenvertrek.
De moeder zei aan Eurykleia: "Lieve dochter, jouw vader spreekt, denk ik, met Apollonios over het huwelijk van jou en Dionysodoros. Jij bent ongelukkig, mijn kind. Want Dionysodoros. is MANK! "
Vervolgens barstten moeder en dochter in tranen uit, en de toen nog aanwezig zijnde slavinnen gingen stiekem weg uit het vrouwenvertrek, de twee vrouwen achterlatend.
Lange tijd huilden Fi. en Eu., gekweld door het lot van de vrouw. Plotseling stormde Ar. het vrouwenvertrek binnen en zei tegen de vrouwen: "Ik bericht (aan) jullie een goed bericht. Di., een jongeman met een rijk huis, wil graag met Eu. trouwen. Verheug je dus, met mij, en vooral jij, Eu. Wees Blij!"