Hoofdstuk 20, tekst B: taaloefening B (versie 2)
1 Aan een andere vis, dat., ev. mnl.
2 Aan leugenachtige koningen, dat., mv., mnl.
3 Aan een mooie stad, dat., ev., vrl.
4 Van een buitelands volk, gen., ev., onz
5 Een goedgezind vaderland, acc., ev., vrl.
6 Grote leugens, nom., acc., mv.
7 Een vijandelijke Zeus, acc., ev., mnl
8 Een nieuwe stad, acc., ev., vrl
9 aan een grote snelheid, dat., ev., onz
10 van Veel kracht, gen., ev., vrl.