III, 26 (versie 1)
Landgoederen heb jij alleen en je hebt alleen, Candidus, munten,
Gouden voorwerpen heb jij alleen, alleen heb jij servies van Agaath.
Jij hebt alleen Massische wijnen en jij hebt alleen Caecubische wijnen uit het jaar van Opimius,
Ook je hart heb je alleen, alleen ook je talent.
Alles heb je alleen - stel je voor dat ik dit wil ontkennen! -
Maar je vrouw heb je Candidus, met het volk.