Hoofdstuk 6, opdr. 10 (versie 1)
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 1
1 Marcus is verliefd. — Marcus is verliefd op / houdt van Aemilia.
2 Marcus lacht. — Marcus lacht Davus uit / lacht om Davus.
3 Marcus treurt. — Marcus treurt om de dood van Syrus.