Hoofdstuk 16, startblok
Categorie: Boek > Lingua Latina > Boek 2
Laocoön waarschuwde de menigte Trojanen als volgt: "Jullie zullen toch niet het paard de stad in slepen?
Luister Trojanen! Ik zal niet veel woorden tot jullie richten; maar dit zal/wil ik zeggen:
Wees op uw hoede voor de Grieken!
Zij zijn niet gewoon om geschenken aan vijanden te geven, maar bereiden (gewoonlijk) een hinderlaag voor.
Zullen jullie dan niet het paard in zee storten?
Ze zullen ons straffen, ze zullen onze stad verwoesten."
Maar Priamus, de beroemde koning van de Trojanen, zei: "Ik zal niet naar je luisteren, Laocoön. Immers de man, gevonden door de herders, zal jou en de overigen informeren over het paard van hen."