Hoofdstuk 8, tekst D: taaloefening
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
1.de man zegt blij: wij houden van mooie vrouwen.
2.wij komen zelf naar rome.
3.de koning doodt de bange jongen.
4.de romeinen roepen tevverden : onze aanvoerder verliest nooit de hoop.
5.wij geven het goud nog niet terug.
6.nu begrijpen de goden het, hoewel de woorden vaak donker zijn.
7.de romeinse soldaten verlangen naar grote eer.
8.eerst gaat het meisje het huis binnen.
9.zij zijn zelf bang voor droevig ongeluk.
10.zij verlaten de boze stad