Hoofdstuk 8, tekst A (versie 2)
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
In die tijd was Ancus Martius koning van de Romeinen. Hoewel Ancus Martius geen Romein was, maar een Sabijn, toch hebben de Romeinen hem tot koning gekozen. Tanaquil, de vrouw van Lucumo, zegt: 'Jij verlangt toch zeker eer, man? De Romeinen kijken nooit neer op buitenlandse mannen en jongens: ook koning Ancus is Sabijns. Waarom verhuizen we niet naar Rome?' Lucumo gaat akkoord. Korte tijd later zitten Lucumo en Tanaquil op hun huifkar en naderen ze de stad. Plotseling komt een adelaar aanvliegen en hij grijpt Lucumo's vilthoed. De man is verbijsterd en roept: 'Dief! Wat doe je? Ik verlang mijn vilthoed!' Nu draait de adelaar zich om en zet de vilthoed terug! Daarna vliegt hij weg, Tanaquil roept blij: 'Ik begrijp dit gebeuren. Het is een voorteken. De goden zelf sturen de adelaar! Wat doet de adelaar? Hij tilt de vilthoed op en geeft het terug! Ik voorzie grote eren!' Lucurno en zijn vrouw hebben grote hopen en komen Rome binnen. Ze kopen een huis en ze geven de naam Lucius Tarquinius op. Welk lot staat de nieuwe burger van Rome, Lucius Tarquinius, te wachten?