Hoofdstuk 14, tekst B: taaloefening C
1. Ik houd van jou
2. Jij benadeelt mij
3. Jij let op hem
4. ik doe haar onrecht
5. jij verlangt naar haar
6. hij bekommert zich om mij
7. Ik baar je
8. Hij verheugt zich om mij
9. Jij gelooft aan mij
10. Ik huil om hem