Hoofdstuk 15, taaloefeningen A t/m I
Categorie: Boek > Fortuna > Boek 1
A onz. / urbs-groep / het lichaam 2. mnl / urbs-groep / de angst 3. vrl / filia-groep / de buit 4. onz. / dominus-groep / de nek 5. onz. / urbs-groep / de aanklacht 6. vrl. / urbs-groep / de redding 7. mnl. / urbs-groep / de consul 8. vrl. / urbs-groep / de vrede 9. mnl. / dominus-groep / de man 10. onz. / dominus-groep / de stilte 11. vrl. / filia-groep / de reputatie 12. mnl. / dominus-groep / de boer 13. mnl. / urbs-groep / het paard 14. vrl. / urbs-groep / de wellust 15. onz. / urbs-groep / de wedstrijd 16. mnl. / urbs-groep / de bewaker 17. mnl. / urbs-groep / het verdriet 18. vrl. / urbs-groep / de vrouw 19. vrl. / urbs-groep / de grootte 20. mnl. / urbs-groep / de soldaat 21. onz. / urbs-groep / de tijd 22. vrl. / urbs-groep / de deugd 23. mnl. / dominus-groep / het oog 24. vrl. / urbs-groep / de liefde 25. onz. / urbs-groep / het werk 26. vrl. / urbs-groep / de nacht 27. onz. / dominus-groep / het werptuig 28. vrl. / urbs-groep / de dood 29. onz. / urbs-groep / de misdaad 30. vrl. / urbs-groep / de redevoering B a. dominus, filia, bellum b. nom. ev. & abl. ev. c. Het mannelijk en het vrouwelijk zijn hetzelfde C. de gelukkige burgers gen. mv. mnl. 2. de enorme bossen acc. mv. vrl. 3 de wrede rechters nom/acc mv vrl 4 de ongelukkige mensen dat/abl. mv mnl 5 sommige boeren gen. mv. mnl. 6 de grote liefde abl. ev. vrl. 7 de geweldige steen nom ev onz 8 de korte liefde abl. ev. mnl. 9 de woeste mannen nom. mv mnl 10 de slimme vrouw nom. ev. vrl. D 1 goed - een woeste strijd 2 goed - een gelukkige man 3 fout 4 goed - de slimme getuige 5 fout 6 het gelukkige lot 7 de wijze consul 8 fout 9 de wrede aanklachten E 1 De legerkampen van de Romeinen gen mv m 2 Het enorme vuur nom ev mnl 3 De gehele stad abl. ev. vrl. 4 de korte redevoering nom/acc mv vrl 5 de enkele vrienden dat/abl mv mnl 6 de onsterfelijke roem dat ev vrl 7 het verschrikkelijke lawaai acc ev mnl 8 de wijze woorden nom/acc mv onz 9 het grote werk nom/acc ev onz 10 de ernstige ziekte dat/abl. mv mnl. F 1 nudorum acc mv onz 2 ferocibus dat/abl mv mnl 3 tristem acc ev vrl 4 gravis gen ev mnl 5 vacui gen/nom ev/mv mnl 6 omnium gen mv mnl 7 sapientis sapienti sapientes gen/dat/nom ev/mv vrl 8 ingenti abl. ev mnl 9 nobilis acc mv mnl 10 insignis, insigni, insignes g/d/n e/m v 11a m v miserers 12g/d/n e/m v felicis felici felices 13 n/a m o brevia 14 n e v ingens 15 a e v magnam 16 g m m honestorum 17n/abl e v immoralis, immortali 18 n/acc e o crudele 19 n/acc e o ingens 20 d/abl m m ferocibus G1 patriƫ uit het vaderland 2 urbem de stad in urbe in de stad 3 fluvium bij de rivier 4 amicos tussen de vrienden 5 custode weg van de bewaker 6 dignitate zonder aanzien 7pedem rondom de voet 8 murum bovenop de muur 9 sorore met de zuster 10 bello wegens de oorlog 11 templum buiten de tempel 12 donum door het geschenk 13 pietatem vanwege de liefde 14 filiam behalve de dochter H 1 rondom de nek 2 capitem bovenop het hoofd 3 dignitatem zonder aanzien 4 pontem bij de brug 5 tussen de honden 6 agris uit het land 7 equo op het paard 8 victore met de winnaar 9 over de muur 10 in verdriet I 1 De Romeinen sliepen toen plotseling de Galliers verschenen 2 De jongen huilde omdat hij was gevallen 3 Terwijl de senator een redevoering hield zwegen allen 4 Nadat de soldaten de vijanden overwonnen prees de aanvoerder hen 5 Denk na, voordat je antwoord 6 Hoewel hij blij is huilt hij toch 7 Ik ben verdrietig omdat ik m'n wijze vriend ben verloren