Hoofdstuk 24, opdracht 9
Categorie: Boek > Roma > Boek 2
Opdracht 9
estis: jullie zijn; conjuctivusvorm: sitis
possunt: zij kunnen; conjuctivusvorm: possint
eramus: wij waren; conjuctivusvorm essemus
poteram: ik kon; conjuctivusvorm possem
erat: hij was, conjuctivusvorm esset
potes: jij kan, conjuctivusvorm: possis
potestis: jullie kunnen; conjuctivusvorm: possitis