Tekst 29
Categorie: Boek > Bello Gallico > Boek 2
Toen de Atuatuci, over wie wij eerder spraken, met alle troepen de Nervii te hulp kwamen, keerden ze na het vernmen van de uitslag van dit gevecht, midden in hun mars naar huis terug. Nadat alle vestigingen en forten waren verlaten, verzamelden zij al hun bezittingen op één door de natuur uitstekend beschermde plaats. Terwijl deze aan alle kanten in omtrek zeer hoge rotsen en steile wanden had, werd één toegangsweg, niet breder dan 65m, aan een zachter oplopende kant [door de natuur] overgelaten. Zij hadden deze plaats beschermd met een zeer hoge dubbele muur. Dan legden zij zware rotsen en balken met scherpe punten op de muur.