Hoofdstuk 4, tekst A (versie 1)
Categorie: Boek > Disco > Boek 1
Jupiter en Mercurius gaan naar duizend huizen en zoeken onderdak. 1000 grendels sluiten echter de huizen. Geen enkel huis ontvangt de goden. Eindelijk zien zij een klein hutje. Zij kloppen op de deur. Een oude man opent de deur en ziet de goden. Dan zegt hij: "Gegroet vreemdelingen. Wie zijn jullie? Waar komen jullie vandaan?" "Wij zijn reizigers, " antwoordt Mercurius. "Wij zoeken onderdak, want wij zijn moe, en nergens kunnen wij slapen. maar antwoord: wie ben jij?"
De oude man zegt: "Ik ben Philemon. Ik leef in dit kleine hutje. Kom binnen!"