Hoofdstuk 2, tekst A (versie 1)
Categorie: Boek > Disco > Boek 1
Jupiter is een god.
Hij woont op de Olympus.
Hij is de koning van de goden.
Neptunus en Pluto zijn (ook) goden.
Zij zijn (de) broers van Jupiter.
Zij zijn niet altijd op de Olympus.
Neptunus is dikwijls (vaak) in de zee.
Daar is hij (de) koning.
Pluto leeft in de De Tartarus.
De Tartarus is onder de wereld / bevindt zich onder de wereld
De Tartarus is een donkere plaats.
Daar is het altijd nacht.
Hier komen schimmen vandaan.
Hier is Pluto (de) koning.