Hoofdstuk 35: ??
Categorie: Boek > Bello Gallico > Boek 5
Dit bevel volgden ze zeer zorgvuldig op. Telkens een of andere cohorte de kring verliet en een aanval ondernam, weken de vijanden zeer snel terug. Ondertussen moest die cohorte zich noodzakelijk blootgeven en langs de onbeschermde rechterflank werpspiezen incasseren. Toen ze begonnen terug te keren naar de plaats vanwaar ze weggegaan waren, werden ze omsingeld, zowel door diegenen die weggevlucht waren als door degenen die vlakbij stonden. Indien ze echter hun plaats wilden behouden, was er geen ruimte om hun moed te betonen en konden ze daar ze opeengedrongen stonden, de spiezen, door zo’n grote menigte geworpen, niet ontwijken. Ondanks de vele ongemakken waarmee ze te kampen hadden en ondanks de vele wonden die ze hadden opgelopen, boden ze toch weerstand en ofschoon een groot deel van de dag verstreken was, want ze vochten van zonsopgang tot het achtste uur, deden ze niets dat hen onwaardig was. Van T. Balventius, een moedig en invloedrijk man, die het vorige jaar primipiel (eerste centurio) geweest was, werden de beide dijbenen door een werpspies doorboord. Q. Lucanius, van dezelfde rang, werd tijdens een zeer dapper gevecht gedood, terwijl hij zijn omsingelde zoon ter hulp kwam. De legaat L. Cotta werd op het ogenblik dat hij alle cohorten en gelederen aanspoorde, vlak in het gezicht gewond door een slingersteen.