Hoofdstuk 1 (Cicero), paragraaf 53
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 4
Laten we nu zien (dat wat de hoofdzaak is) voor wie van beiden die plaats zelf, waar ze slaags zijn geraakt, eigenlijk geschikter is geweest voor de hinderlaag. Moet over dit (punt), rechters, nog getwijfeld en langer nagedacht worden? Voor het landgoed van Clodius, in welk landgoed zich vanwege die dwaze bouwsels gemakkelijk een duizendtal sterke mannen bevonden (konden bevinden), op een uitstekende en hooggelegen voor zijn vijand gunstige plek, dacht Milo (vast) dat hij superieur was en wegens deze zaak (om die reden) had hij die plaats als meest verkieslijke uitgekozen voor het gevecht? Of is hij veeleer opgewacht op die plaats door hem die had gedacht in vertrouweno p juist die plek een aanval te doen? De zaak spreek zelf (voor zich), rechters, wat altijd het meeste waard is.