Hoofdstuk 1, tekst 10: Bij koning Prusias van Pontus
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 3
10.1 zo kwam de Puniƫr, nadat hij zijn vermogen veiliggesteld had (was), na het voor de gek houden van de Kretaniers, bij koning Prusias van Pontus. Bij hem was hij van dezelfde gezindheid jegens Italiƫ en hij deed niks anders dan de koning bewapenen en op te stoken tegen de romeinen.
10.2 toen hij zag dat hij met de hulpmiddelen van z'n eigen land te einig krachtig was, maakte hij andere koningen tot bondgenoot voegde hij oorlogzuchtige volkeren toe. De Pergameense koning, Eumenes, zeer bevriend met de romeinen, was hem vijandig gezind, en er werd tussen hen oorlog gevoerd, zowel op zee als het land.
10.3 Maar op beide fronten was Eumenes, sterker vanwege zijn bondgenootschap met de Romeinen. Des te meer wilde Hannibal hem overwinnen, hij meende dat als hij hem uit de weg had geruimd, de rest gemakkelijk voor hem zou zijn. Om hem te doden gebruikte hij een dergelijke methode.
10.4 Hij stond op het punt over een paar dagen een beslissende slag te leveren. hij werd overvallen door de hoeveelheid schepen. Hij moest strijden met een list, aangezien hij met wapens niet opgewassen was. Hij beval dat er zoveel mogelijk gifslangen levend gevangen waren en dat die in aardenwerken vaten gegooid werden.
10.5 Toen hij hiervan een grote menigte bij een had gebracht, riep hij, juist op die dag waarop hij van plan was het scheepsgevecht te leveren, zijn soldaten van de vloot bij elkaar, en hij droeg hen op, om allemaal alleen op het schip van koning Eumenis een aanval te doen. Om het als voldoende te beschouwen, zich tegen over de andere schepen te verdedigen. Hij zei dat zij dat gemakkelijk voor elkaar zouden krijgen door de grote hoeveelheid slangen.
10.6 Hij zei echter dat hij ervoor zou zorgen, dat ze wisten op welk schip de koning voer. Hij beloofde dat het hen een grote beloning zou opleveren als ze hem of gepakt zouden hebben of gedood zouden hebben.