Hoofdstuk 5: De dood van Plinius blz 119
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 3
Het beviel hen (men besloot) om weg te gaan naar de kust en om vanuit de
nabijheid te bekijken of de zee al iets toestond. Deze bleef nog steeds woest
en vijandig. Terwijl hij daar op zijn rug lag boven op een neergeworpen
linnen doek, verzocht hij eenmaal en nog een keer om koud water en dronk het
op. Vervolgens jagen vlammen en de geur van zwavel, voorbode van vlammen, de
anderen op de vlucht, (maar) hem wekken ze op. Terwijl hij leunde op twee
slaafjes, stond hij op en zakte meteen weer in elkaar, zoals ik begrijp,
omdat zijn adem was versperd door de tamelijk dikke rook en omdat zijn keel
was afgesloten, die voor hem van nature zwak, nauw en herhaaldelijk ontstoken
was. Toen het daglicht was teruggekeerd (het was de derde dag vanaf die
dag die hij het laatst had gezien), is zijn lichaam gevonden, gaaf, ongedeerd
en gehuld in de kleren zoals hij was gekleed; de houding van zijn lichaam was
meer gelijk aan een rustende dan aan een gestorvene. Intussen waren ik en
mijn moeder in Misenum - maar dat heeft niets met geschiedenis te maken, en
jij wilde niets anders weten dan over zijn dood. Ik zal er dus een eind aan
maken.