Hoofdstuk 3, caput 15: Toch naar de senaat
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 3
Voorts verscheurden, op de dag voorafgaande aan diezelfde Idus, vogels van
verschillende soort een winterkoninkje, dat zich met een lauriertakje naar de
vergaderzaal van het theater begaf, ter plekke, nadat ze het vanuit een
nabijgelegen woud achtervolgd hadden/op de hielen gezeten hadden. Die nacht
echter, voor de dag van de moord, droomde hij zelf in zijn slaap dat hij nu eens boven
de wolken vloog en dan weer Juppiter de hand schudde en zijn echtgenote Calpurnia
dacht dat de gevel van het huis instortte en dat haar echtgenoot in haar schoot
doorboord werd en plotseling gingen de slaapkamerdeuren vanzelf open.
Hierom en vanwege zijn zwakke gezondheid aarzelde hij lange tijd of hij thuis
zou blijven en die dingen, die hij bij de senaat had voorgesteld te doen, uit
zou stellen. Uiteindelijk kwam hij, op aansporen van Decimus Brutus, om te
voorkomen dat hij de talrijke en alwachtende teleur zou stellen, ongeveer het
vijfde uur en een briefje met een aanwijzing over de aanslag, dat hem door
iemand aan de zijkant aangereikt was, stak hij tussen de andere briefjes die hij
in zijn linkerhand had. Daarna ging hij, nadat er veel offerdieren geslacht
waren, omdat hij geen gunstige voortekens kon krijgen, het senaatsgebouw binnen
en terwijl hij Spurinna uitlachte en terwijl hij hem uitmaakt voor een valse
ziener, omdat naar zijn idee de Idus van maart zonder enige schade voor hem daar
was, hoewel die zei dat die weliswaar gekomen was, maar niet voorbij was gegaan.