Hoofdstuk 25, tekst 2: Het besluit staat vast
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 2 (Oude Druk)
Het hele huis was stil. Allen volbrachten die dingen die zij moesten doen, met zo weining mogelijk lawaai. De weinige woorden, die zij wilden zeggen, zeiden ze met ingehouden/onderdrukte stem. De hele familie wist, dat opa erg ziek was. Al drie dagen hadden dokter Machao en kruidenverkopen Philo om strijd getracht opa te genezen, de een schreef een dieet en andere medicijnen voor, had zelfs een operatie voorgesteld, de ander paste kruiden en drankjes toe; hij had ook bezweringsformules uitgesproken. Opa voelde echter met de dag de pijnen toenemen en er koortsen bijkomen. Pas de vierde dag heeft Claudius zijn zoon Flavus ontboden. Zodra hij hem aan het bed zag komen zei hij: Stuur Machao en Philo weg. Ik wil alleen met jou overleggen. De kruidenverkoper en de dokter protesteerden en elk van beiden verzekerde dat hij alléén de oude zieke man kon genezen. Flavus echter zei met zijn vader te willen overleggen en gooide de nog steeds tegenstribbelende Machao en Philo uit de slaapkamer. Terwijl hij opnieuw naar het bed toeging zag hij, dat Claudius helemaal niets meer waard was/er niet goed aan toe was. Die zei: Het is niet nodig te vermelden dat ik 73 jaar geleefd heb en onder mijn jaren gebukt ga. Je weet heel goed, dat ik altijd zelf voor mijn eigen gezondheid gezorgd heb en meer dan 30 jaar geen medicijnen nodig gehad heb. Nu, omdat ik eerst na zoveel jaren ziek ben, heb ik anderen toegestaan te trachten mij te genezen. Ik voel dat er etterende zweren over mijn lendenen doorgebroken zijn. Zij hebben hun talenten gebruikt/kunsten toegepast, maar tevergeefs. Met alle manieren waarmee zij me wilden helpen, hebben zij gedwaald. Ik zal voor mijzelf zorgen. Wanneer ik dezer dagen voedsel tot mij nam voelde ik mijn pijnen toenemen. Zo heb ik mijn leven gerekt en mijn pijnen vergroot zonder hoop op beterschap. Nu heb ik besloten op te houden de ziekte erger te laten worden. Ik wilde niet dat je dit niet wist. Sta me nu toe te rusten en stuur de dokter en de kruidenverkoper het huis uit. Flavus zei echter: Als je niet zult eten, zul je je leven niet rekken. Claudius antwoordde: Als ik niet zal eten, zal ik de pijnen niet rekken. Dus overleg tussen ons is er niet geweest - voor jou staat je besluit immers al vast! Ik ben nog steeds pater familias, ik beveel je me niet te hinderen en te dwingen wanneer ik voedsel weiger. Nu echter schieten mijn krachten mij tekort en wil ik rusten. Flavus zag dat Claudius moe was en dat hij zijn ogen gesloten had en zwijgend ging hij de slaapkamer uit. Hij wist dat het besluit voor zijn vader vast stond en dat het niet veranderd kon worden.