Tekst 14: Aangepaste tactiek van de Romeinen.
Categorie: Boek > Bello Gallico > Boek 3
Nadat verscheidene vestingsteden waren veroverd, besloot Caesar, toen hij begreep dat zoveel moeite tevergeefs werd genomen en dat de vlucht van de vijanden niet kon worden gestuit nadat/hoewel de vestingsteden waren ingenomen en dat aan hen geen schade toegebracht kon worden, dat de vloot afgewacht moest worden. Toen deze (vloot)aankwam/aangekomen was en voor het eest door de vijanden is/werd gezien, gingen ongeveer 220 schepen van hen, nadat ze zeer paraat en met elk soort van wapens zeer toegerust uit de haven vertrokken waren, tegenover onze (schepen) staan/liggen. Niet voor Brutus,. die aan het hoofd stond van de vloot of voor de krijgstribunen en de centurio' s aan wie de afzonderlijke schepen waren toegewezen, stond het voldoende vast, wat ze moesten doen of welke tactiek ze moetsen volgen. Want ze hadden ingezien/ze wisten dat met de ram geen schade kon worden toegebracht (aan de schepen van de vijanden). Nadat echter torens waren opgericht, overtrof toch de hoogte van de achterstevens van (de kant van) de buitenlandse schepen deze (nl. de torens), zodat niet alleen vanaf de lagere plaats niet echt gemakkelijk werptuigen raak gegooid konden worden, maar bovendien de door de Galliƫrs gegooide werptuigen zwaarder doel troffen. een zaak was tot groot nut, voorbereid door de onzen van tevoren gemaakt, zeer scherpe grote haken, gestoken in en vastgemaakt aan lange staken, met een vorm niet ongelijk aan/lijkend op muursikkels. Wanneer hiermee de touwen, die de ra' s aan de masten bevestigden, werden ze (van voren) afgebroken, nadat/als een (Romeins) schip met de roeiriemen in snelle beweging was gebracht. Nadat deze (touwen) doorgehakt waren, stortten de ra' s noodzakelijkerwijs naar beneden, zodat, omdat alle hoop voor de Gallische schepen bestond uit (hun) zeilen en het overige zeiltuig, nadat deze dingen ontrukt waren/hun afgenomen waren elk gebruik van de schepen in een keer/tegelijkertijd werd afgenomen. De overige strijd/de rest van de strijd was gelegen in/was een kwestie van dapperheid, waarin onze slodaten gemakkelijk overtroffen, en (daarom) des te meer, omdat de zaak/de strijd in de aanblik/voor de ogen van Caesar en van heel het leger werd gevoerd, zodat geen enkele een beetje/enigszins dapperder daad verborgen kon blijven. Want alle heuvels en in het algemeen (alle) hoger gelegen plaatsen, vanwaar uitzicht over zee dichtbij was/er dichtbij uitzicht over zee was, werden door het leger bezet gehouden.