Hoofdstuk 24, tekst 1: De familie-huisgoden
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 2 (Oude Druk)
Het is vroeg in de ochtend; de slaven zijn erg druk (bezig); sommigen vegen de hal aan, andere verzamelen offerkoeken in mandjes, hier rijgt een slavin van bloemen een krans voor Marcia, daar haast zich een slaaf, die een schone toga draagt, naar de slaapkamer van Flavus: Het is een feestdag. Gisteren zijn opzichters van openbare werken de kruispunten langs gegaan en hebben de versierde beelden van de Laren, die op de kruispunten staan, geïnspecteerd. De wegen zijn schoongemaakt en overalzijn bloeiende bloemkransen vastgemaakt. Vandaag immers moeten allen plechtig de huisgoden aanroepen. Laten zullen zij (allen) de Laren die op de kruispunten staan, vereren. Marcus en Lucius moeten in toga gekleed zijn, daarom heeft de paedagogus hun toga's met purperen zoom gebracht. De zon is nog niet opgegaan. Spoedig zullen ze zich de weg op haasten en naar het kruispunt gaan, waar de Laren zullen worden aangeroepen. Nu haasten ze zich echter zo snel mogelijk naar het atrium! De plechtigheid gaat beginnen, roept moeder. De jongens rennen het atrium al binnen. Bijna de hele familie is verzameld. Alleen grootvader is nog afwezig. Breng een stoel voor grootvader, zegt Marcia, en breng de maandjes hierheen, jongens! Ik zal de stoel ophalen, antwoordt een slaaf, deze slavinnen zullen de mandjes uit de keuken halen. Nu is alles klaar; allen wachten feestelijk getooid/gekranst op opa. Daar is de pater familias, M. Claudius Flavus, die, bezwaard door zijn jaren, het atrium binnenkomt. Een beetje wankelenden door een slaaf gesteund schrijdt hij langzaam voort. Al eel wat tijd sukkelt hij met zijn gezondheid, maar vandaag wil hij plechtig zijn goden vereren. Nu zit hij in de stoel, maar spoedig zal hij met bedekt hoofd het huisaltaar naderen. Uit de met wijn gevulde offerschaal zal hij wat van de wijn plengen en de goden het offer van koeken aanbieden. Later zal hij de huisgoden aanbidden/aanroepen. De huisgoden zullen immers, wanneer ze vereerd/aanbeden en gunstig gestemd zijn, de familie voorspoed geven. Marcus en Lucius weten al deze dingen goed. Aandachtig richten ze hun aandacht o pde ceremonie. Later zullen zij zelf d huisgoden hun offerkoeken aanbieden.