Hoofdstuk 21, opd. 3 (versie 2)
1: Agamenmon, qui cervam Cianae occiderat, filiam suam sacrifare cogebatur = Agamemnon, die het hert van Diana had gedood, werd gedwongen zijn dochter te offeren.
2: Diana autem, quam misericordia movebat, virginem miseram servavit = Diana, die het medelijden bewoon (= die door medelijden bewogen werd) heeft echter het ongelukkige meisje gered.
3: Venus, cui Paris malum aureum dederat, Troianis maxime favebat = Venus, aan wie Paris de gouden appel had gegeven, begunstigde de Trojanen het meest.
4: Eris malum aureum, in quo "pulcherrimae" inscriptum erat, inter hospites iecit = Eris heeft de gouden appel, waar "voor de mooiste" was geschreven, tussen de vijanden gegooid.
5: Menelaus, cuius coniucx a Paride abducta erat, principes Graecos ad bellum vocavit = Menelaus, wiens echtgenote door Paris was ontvoerd, riep de Griekse vorsten ten oorog.
6: Aeneas socios, quos valde amabat, cum quibus per omnia maria erraverat, in omnibus perciculis servare temptabat = Aeneas probeerde zijn bondgenoten, die hij zeer liefhad, (en) met wie hij over alle zeeën had gezworven, in alle gevaren te redden.