Tekst 8.2
Flavus en veel zonen zitten in de toeschouwerruimte. Marcia en Lucia en opa zijn ook aanwezig. De zon schijnt hevig. Een gezellig zeil hing boven de kuip. De slaven spoten koud water over de traptreden. Handelaren verkopen worstjes. Omdat ze al vele uren naar de voorstelling zitten te kijken, zijn ze moe. Een paar gaan weg, maar een paar die blijven, omdat het spectakelum hem beviel. Marcus Ulpius Trianus trad het amfitheater binnen. Toen was er een optocht. Veel gladiatoren, woeste beesten, geweldige grote olifanten liepen in de grote optocht door de arena. Vervolgens waren de jachtpartijen. Honden jagen bange herten op. Een geweldige beer jaagde de honden op en hij doodde goudgele leeuwen. Tenslotte traden sterke dierenvechters binnen en doodde alle leeuwen.