Tekst 7.2
Nadat hij het verhaal had verteld, gingen vader en de zonen de Lulia markthal binnen. In de markthal waren veel mensen, Flavus keek lang rond. Hij zoekt de slavenhandelaar. Hij wilde een fluitspeler kopen. Eindelijk ziet hij in het midden van de markthal Ramses. Ramses is een Aegyptius slavenhandelaar. Hij laat koopwaar zien. Op het podium staan veel slaven en slavinnen. De slaven en slavinnen dragen bordjes. Op het bordje heeft de slavenhandelaar geschreven: Kok Syrus F300,- Barseres Lydia F250,- Griekse leraar Lysips F700,- Boodschappenslaaf Higer F100,- Vader las ijverig de bordjes. Ojee, zei hij. Ik zei geen fluitspeelster. Of heeft u er toch wel een. Ik zoek een goede en mooie fluitspeelster. Jazeker, zie Ramses. Kijk. Hij gaat naar Lydis en draait het bordje om. Kijk. Lydis Fluitspeler F250, - De jongens lachten. Vader denkt echter, kijk uit Flavus, bedrog. Dan zegt de handelaar. Kom, Lydia, laat je kunsten zien. Lydia begint met dansen. Iedereen kijkt. Vervolgens pakt Lydia een fluit en begint te spelen. Iedereen zwijgt, omdat Lydia zeer goed speelt. Nadat het lied afgelopen is, applaudisseerde iedereen. Zeer goed roept Flavus uit. Ik vreesde voor fraude, maar je hebt goed koopwaar. De slaaf is betrouwbaar, Ramses. Ramses is tevreden en telde het geld af.