Tekst 1.2
Lucia is een dochter. De dochter wandelt door het huis. Meisje zoekt vader. Vader zit in het atrium. De dochter groet vader. Vader groet de dochter. Moeder zit in het atrium. Moeder ziet Lucia en roept de dochter. Lucia gaat het atrium binnen en groet moeder. Meisje vraagt: waar zijn Marcus en Lucius. Moeder weet het wel. Moeder ziet Marcus en Lucius niet.