Hoofdstuk 18, opdr. 2
1. vexamus-vexamur-wij worden gekweld
2. vocat-vocatur-hij wordt geroepen
3. audiuvabant-adiuvabantur-zij werden geholpen
4. impedis-impediris-jij wordt belemmerd
5. protego-protegor-ik word beschermd
6. vulnerabat-vulnerabatur-hij werd verwond
7. custodiebatus-custodiebamini-jullie werden bewaakt.
8. appellabamus-appellabamur-wij werden genoemd
9. times-timeris-jij wordt gevreesd
10. videbam-videbar-ik werd gezien.