Hoofdstuk 9, vertaling 2: Aap in de thermen
Marcus en Lucius waren weggegaan uit het lauwwaterbad. 'Naar het sportveld!' stelde Marcus aan zijn broer voor. 'Daar gebeurde altijd iets'. Ze renden naar het sportveld. Op het sportveld oefenden sterke mannen zich. Sommige sprongen, anderen wierpen ballen. Rondom het sportveld waren een enorme zuilengalerij en veel winkels. In de achterste winkel verkocht een koopman worstjes. 'Zeer goede worstjes!' riep hij. 'Heb je geld' vroeg Marcus. "Want ik heb zeer honger en" . 'Kijk een aap!' riep Lucius uit. Op de zuilengalerij stond een oude man. Voor zijn voeten liet een aap zijn kunsten aan de toeschouwers zien. De toeschouwers lachten en klapten. Nadat de aap zijn kunsten had laten zien, verzamelde de oude man geldstukken. Ook de tweeling gaf de oude man wat geldstukken. Maar intussen was de aap ontsnapt. De oude man was bang en zei tegen de tweeling: ' breng de aap aan mij terug. Zonder aap kan ik niet leven'.' Wij beloven hulp voor u'. antwoordden de jongens. Maar ze zagen de aap nergens. Plotseling hoorden ze uit de achterste winkel geschreeuw. 'Rotbeest! Geef de worst terug!' riep de koopman. Marcus en Lucius renden naar de winkel. Wat is er gebeurd? vroeg Marcus. 'Opeens sprong de aap op tafel, nam een worst mee en beklom de zuil' antwoordde de koopman tegen Marcus. 'Kom naar beneden!' riep Lucius. Maar de aap kwam niet naar beneden. Hij gooide de worst naar beneden, omdat de worst hem niet beviel. 'Ga boven op mijn schouders staan' zei Marcus tegen Lucius. Lucius klom boven op de schouders. Maar tevergeefs, de aap sprong sierlijk op een andere zuil en vervolgens weer op een andere. Tenslotte verdween hij. De tweeling zocht overal, maar vond de aap niet 'Bij Hercules! een aap in het warmwaterbad,' riep iemand. ' Kijk, daar zat de aap. Hij hield een schraapijzer vast en krabde zich af. Zwijgend naderde de tweeling, maar de aap zag hen en vluchtte. Weer verdween hij. Eindelijk vonden ze de aap in de kledingruimte. Hij trok een toga uit de nis en trok hem aan. 'Kijk', zei Lucius tegen Marcus, 'de aap is in toga gekleed, nu is hij een Romeinse burger!'