Hoofdstuk 8, vertaling 1: Het amfitheater
De Romeinse burgers vierden het feest van de Ludi Romani. Op het forum waren de beursgebouwen leeg. (verlaten) De koopmannen hadden alle winkels in de gehele stad gesloten. Al gedurenende veel dagen hadden omroepers zeer goede schouwspelen aangekondigd.
LUISTER ROMEINEN
DE ROMEINSE SPELEN ZIJN AANWEZIG
KOMT EN ZIET
HONDERD GLADIATOREN
JACHTPARTIJ
GROTE OLIFANTEN
WOESTE BEESTEN
LEEUWEN, PANTERS EN EEN NEUSHOORN
Bij het amfitheater Flavium waren er van alle kanten veel mensen bijeengekomen. Omdat de zon brandde hing er een enorm zeil boven de grote tribune. De slaven sprenkelden koud water over de treden. De koopmannen verkochten worstjes. Alle toeschouwers keken naar de jachtpartij. Moedige dierenvechters joegen woeste panters door de hele arena op. Woeste leeuwen zaten snelle herten achterna. Huiveringwekkend gebrul vulde het Amfitheater. Spoedig verslonden de woeste beesten alle herten. Bloed kleurde de arena. Tenslotte traden de grote olifanten de arena binnen. 'Kijk, olifanten!' riep Marcus uit.
'Kijk, jagers!' voegde Lucius toe. 'Dierenvechters zijn zeer sterk en hebben de beste wapens. Zo kunnen zij de olifanten overwinnen.' 'Een olifant heeft echter een zwaar lichaam', zei Marcus, �en hij kan mensen vertrappen.� Toen vielen de jagers de olifanten aan. Lucius: 'Zie je het niet, Marcus? Het beest is al dood neergevallen.'
En Marcus: 'De olifanten hebben al drie mannen vertrapt.' Het spectakel beviel alle toeschouwers zeer.