Hoofdstuk 6, vertaling 1
Categorie: Boek > Via Nova > Boek 1 Urbs
1= Opa zit in het atrium.
2= Marcus en Lucius staan dicht bij de deur
3= De jongens kijken naar de straat.
4= Plotseling hoort de oude man geschreeuw en vraagt:
5= Marcus, Lucius, ik hoor geschreeuw op straat.
6= Wat is dat?
7= -
8= De jongens antwoorden:
9= Er zijn veel werklieden op straat.
10= Ze haasten zich naar het nieuwe marktplein.
11= Ze dragen lange balken.
12= Pas op, pas op, roepen ze.
13= De senator wandelt ook in de straat,
14= maar past niet op
15= Nu stoot een lange balk tegen de senator
16= De boze senator schreeuwt en geeft een werkman
17= een klap.
18= Onmiddellijk geven andere werklieden de senator klappen.
19= Nu komt de ordebewaker de straat in.
20= Hij beëindigt de ruzie.


B

Opa zit in het atrium.
Marcus en Lucius zijn niet thuis.
Marcus en Lucius zijn op de weg.
Plotseling hoort de oude man geschreeuw op de straat.
Weldra gaan de jongens het atrium binnen.
De oude man vraagt : Marcus, Lucius zojuist was er geschreeuw op de weg. Wat was dat?
De jongens antwoorden:
Vele werkmannen waren op de weg.
Ze haastten zich naar het nieuwe marktplein.
Ze droegen lange balken.
Pas op, pas op, riepen ze.
Ook de senator wandelde op de weg, maar hij paste niet op.
Toen stootte een lange balk tegen de senator.
De woedende senator schreeuwde en gaf een werkman een klap. Meteen gaven andere werkmannen de senator klappen.
Toen ging de ordebewaker de weg binnen.
Hij beëindigde de ruzie.