Tekst 26: De situatie klaart op
Categorie: Boek > Bello Gallico > Boek 2
Toen Caesar gezien had dat het zevende legioen dat daarnaast opgesteld stond eveneens onder vuur van de vijanden lag, beval hij de tribuni militum dat de legioenen bij elkaar moesten gaan staan, rechst ommekeer moesten maken en de vijanden aanvallen. Toen dat gebeurt was en de enen de anderen ter hulp kwamen en niet meer vreesden dat ze door de vijanden omsingeld zouden worden, begonnen ze moediger wwerstand te bieden en dapperder te vechten. Ondertussen werden de soldaten van de twee legioenen die in de achterhoede de bagage beschermde en die het gevecht hadden vernomen en het tempo hadden opgedreven, op de top van de heuvel gezien. En Labienus, die zich meester had gemaakt van het kamp van de vijand en vanuit een hoger gelegen gebied bemerkt had dat zij ons kamp binnendrongen, zond ons het tiende legioen ter hulp. Toen die te weten waren gekomen van de de ruiterij en de knechten hoe de situatie was en in wat voor een groot gevaar het kamp, de legioenen en de veldheer verkeerden, haastten ze zich zo snel mogelijk.