Hoofdstuk 9-3, Tekst C: De deugd als hoogste goed (65)
Categorie: Boek > Examenboeken > 2004: Vita Activa
Mensen van jullie school beschouwen deze (man) als gelukkig: jullie leer dwingt stellig hiertoe. Maar ik durf niet te zeggen aan wie ik de voorkeur geef boven hem: de deugd zelf zal voor mij het woord voeren, en niet zal hij aarzelen om aan M. Regulus boven die gelukkige (man) van jullie de voorkeur te geven, van wie stellig, toen hij uit eigen wil, door geen geweld gedwongen behoudens zijn belofte die hij de vijand had gegeven, uit zijn vaderland naar Carthago was teruggekeerd, de deugd roept dat juist hij, op dat moment waarop hij door slapeloosheid en honger werd gekweld gelukkiger was dan Torius die feestvierde in een bed van rozen. Hij had grote oorlogen gevoerd, hij was tweemaal consul geweest, hij had een triomf tocht gehouden en toch beschouwde hij dat verleden van hem niet zo groot en niet zo voortreffelijk als die laatste ‘val’ die hij wegens zijn belofte en wegens vastberadenheid verricht had; en deze situatie scheen aan ons, toen wij ervan hoorden, ellendig, (maar) verschafte genot aan hem die het doorstond. Want niet door opgewektheid of (en niet) door vrolijkheid of (en niet) door gelach of scherts, de metgezel van lichtzinnigheid, maar door standvastigheid en vastberadenheid zijn ze gelukkig - vaak ook wanneer zij bedroefd / somber zijn -.