Hoofdstuk 10-3, Tekst B: Vriendschap en deugd (21)
Laten wij nu deugd verduidelijken in overeenstemming met de praktijk van het leven en ons taalgebruik en laten wij niet, zoals enkele filosofen, haar beoordelen naar de verhevenheid van woorden en laten wij hen als goede mannen beschouwen, die doorgaan voor goed, mannen als Paulus, Cato, Gallus, Scipio en Philus; met dezen is het gewone leven tevreden; laten wij hen echter achterwege laten die volstrekt nergens worden gevonden.