Les 3, oefening 5
1 Wat hoor ik?
2 Wat zeg je?
3 Zeus hoort ons.
4 Wat breng je aan ons?
5 Wij verheugen ons niet, omdat jullie ons niet vertrouwen: waarom vertrouwen.
jullie ons niet?
6 Wie zendt je en waarom beveelt hij ons te vluchten?
7 Apollo beveelt ons te offeren: want hij verheugt zich, als wij offeren.
8 Zij zeggen dat jullie mij niet geloven.
9 Wie van jullie luistert naar mij?
10 Je beveelt ons te vluchten, maar wij vluchten niet.
11 Wanneer bevelen jullie ons te offeren?
12 Waarom zenden ze jou of mij niet?
13 Ik vertrouw je niet, want jij vlucht en laat mij achter.
14 Als wij offeren, verheugen Apollo en Artemis zich.