Tekst 6.2.6: De fatale iden van maart 44 voor Christus
Toen Caesar als enige de top van het gezag bezette, begon hij zich voor te doen als een koning en hij verlangde zozeer naar de koningskroon dat zijn haat elke dag groeide. Door deze manier van handelen beledigde hij de adel zeer. Want ze vreesde dat het koningschap zou worden herstelt en dat de macht van de senaat zou verminderen. Daarom beslisten enkelen van hen, nadat er een samenzwering was beraamd, hem te doden. Hoewel sommige voorspellers hem hadden gewaarschuwd dat hij in levensgevaar was, negeerde Caesar toch alle waarschuwingen.
Want enkele dagen voor 15 maart toen er een voorspellend offer gebeurde, is er geen hart teruggevonden in het geslachte rund. Toen de voorspeller Spurina zei dat dat te maken had met gevaar voor Caesars leven, zei Caesar, die het voorteken minachtte: "Het is toch niet verwonderlijk dat het rund geen hart heeft?"
Zelfs de nacht voor de 15 maart had zijn vrouw in een droom gezien dat haar echtgenoot neergestoken was met wonden, dadelijk wekte ze hem uit zijn slaap om alles te vertellen. Toen Calpurnia hem met tranen in haar ogen smeekte opdat Caesar de volgende dag niet naar de senaat zou gaan.
Toen hij in de senaat was aangekomen, stonden alle senatoren op om hem te begroeten. Terwijl Caesar verderging naar zijn plaats werd hij plots door gewapende samenzweerders van overal opgezocht. Toen hij tussen de vijand ook Marcus Brutus gezien had, die hij als zijn zoon beschouwde, zei hij : "Jij ook, mijn zoon?" en hij bedekte zijn hoofd en is neergestoken met 23 wonden.