8, De Grieken voor Troje
Helena verblijft al 10 jaren in Troje, Agamemnon en Menelaos zijn tien jaar boos over de onrechtvaardige roof van Helena, en zij belegeren Troje met de andere Grieken. De Grieken verlangen naar de overwinning, maar Apollo is niet goedgezind en helpt de vijanden van de Grieken. Want de God stuurt een vreselijke ziekte en gooit vele Grieken de Tartaros in. En tenslotte verzamelen de legeraanvoerders van de Grieken de soldaten bij de kust van de zee. En Achilles roept Kalchas erbij, de profeet van het leger, en deze zegt dat de God een indrukwekkende woede heeft. Want Apollo is boos, omdat Agamemnon het meisje Cryseïs heeft, het kind van Cryses. En Chryses is een priester van Apollo. De soldaten zijn rumoerig en weten zich geen raad, en Achilles vindt de teruggave van het meisje noodzakelijk. En dan laat Agamemnon het meisje vrij, en hij vraagt ook genoegdoening in ruil voor Cryseïs. En hij neemt Briseïs, de slavin van Achilles. En nu is Achilles boos op zijn aanvoerder, en neemt niet meer deel aan de oorlog.