7, Artemis is boos op Agamemnon
Agamemnon komt naar voren en doet het rumoer van de soldaten ophouden; Want hij is indrukwekkend en gelijk aan een God. En hij roept de profeet van het leger erbij; Want hij kent de oorzaak van de ellende niet. En de aanvoerder van de Grieken zegt: "Profeet, zeg waarom de Goden de wind doen stoppen." En vervolgens roept hij de Goden aan en spreekt een gebed: "Goden, help de Grieken en belemmer de expeditie niet!" En de profeet toont de angstaanjagende wil van de Goden: "Artemis eist het offer van Ifigenia, het kind van Agamemnon! Want de Godin is boos, omdat Agamemnon een heilige hinde heeft gedood, daarom is zij niet goedgezind, en ze belemmerd de expeditie naar Troje. Dus is Artemis de oorzaak van de ellende!" Het lot van het meisje verschrikt de soldaten. En ze vergieten vele tranen. En Agamemnon weet zich geen raad en zegt: "De wil van de Goden is zeer indrukwekkend en verschaft veel ellende." Maar ook bekommert hij zich om het onrechtvaardige lot van Helena, en hij zegt: "De roof is vooral wraak waard." Daarom beschouwt Agamemnon het offer van het meisje noodzakelijk.