Hoofdstuk 31, opdracht 3
Categorie: Boek > Roma > Boek 2
1. Door ons moet met de grootste ijver gehandeld worden. (dat. auct.: nobis)
2. Ik smeek: aan mij moet door jullie hulp geboden worden. (dat. auct.: vobis)
3. Alle jongens en meisjes weten dat aan hun ouders gehoorzaamd moet worden.
4. De voorschriften van de school moeten door de leerlingen niet veronachtzaamd worden. (dat. auct.: discipulis)
5. Caesar besloot dat de vijanden gespaard moesten worden.
In zin 2 is 'mihi' indirect object.
In zin 3 is 'parentibus' object in de dativus bij 'parendum esse'.
In zin 5 is 'hostibus' object in de dativus bij 'parcendum esse'.