Hoofdstuk 30, tekst B
Categorie: Boek > Roma > Boek 2
Toen hij in de winter hierheen voer, is hij in de buurt van Rhodus door zeerovers gevangen genomen. Hun aanvoerder eiste van hem veel geld, waarmee Caesar zich kon loskopen. Meteen zond Caesar slaven naar zijn vrienden, die het geld zouden halen. Nadat de slaven weggezonden waren bleef Caesar tegen zijn zin niet zonder de grootste verontwaardiging bijna veertig dagen op het piratenschip, gezworen hebbend dat hij zich spoedig op hen zou wreken. Nadat de slaven het geld hadden gebracht, zetten de zeerovers Caesar buiten op de kust. Die stelde zijn wraak niet uit, maar hij greep de piraten bij het weggaan meteen nadat hij hen met behulp van de slaven met een schip had achtervolgd. Maar tijdens het wreken gedroeg hij zich van nature zeer mild: want tevoren had hij gezworen dat hij de zeerovers aan een kruis zou nagelen, maar nu beval hij dat ze gewurgd werden, voordat ze aan het kruis genageld werden.