Hoofdstuk 21, opdracht 1
Categorie: Boek > Roma > Boek 2
PRAESENS:
potestis = jullie kunnen
constituimus = wij plaatsen
succedunt = zij volgen op
dolet = hij is verdrietig
IMPERFECTUM:
flecebatis = jullie bogen
poteram = ik kon
terrebant = zij maakten bang
ibant = zij gingen
iacebam = ik lag
FUTURUM:
nuntiabis = jij zult melden
ibo = ik zal gaan
considet = hij zal gaan zitten
mittemus = wij zullen sturen
poteris = jij zult kunnen