Hoofdstuk 17, opdracht 9
Categorie: Boek > Roma > Boek 2
1. Clamabam > ik > ik riep
2. Clamant > zij > zij roepen
3. Clamavisti > jij > jij hebt geroepen
4. Sumus > wij > wij zijn
5. Clamaveratis > jullie > jullie hadden geroepen
6. Clamabat > hij/zij/het > hij/zij/het riep
7. Clamaverunt > zij > zij hebben geroepen
8. Clama > imperativus > roep
9. Clamaveramus > wij > wij hadden geroepen
10. Potui > ik > ik heb gekund
11. Clamabas > jij > jij riep
12. Clamaveram > ik > ik had geroepen
13. Clamate > imperativus > roept
14. Poterat > hij/zij/het > hij/zij/het kon
15. Clamabamus > wij > wij riepen
16. Eras > jij > jij was