Hoofdstuk 4, opdracht 8
Categorie: Boek > Roma > Boek 1
1.Servus servam videt.
De slaaf ziet de slavin.
2.Anchises deam amat.
Anchises houdt van de godin.
3.Aeneas matrem desiderat.
Aeneas mist zijn moeder.
4.Graecus ventum timet.
De Griek vreest de wind.
5.Troiani bellum non desiderant.
De Trojanen verlangen niet naar de oorlog.
6.Creusa puerum iubet parere.
Creusa beveelt de jongen te gehoorzamen.