Hoofdstuk 14, tekst D
Categorie: Boek > Roma > Boek 1
Vader Anchises wees tussen de menigte van zielen enkele uitstekende mannen met zijn vinger aan en zei:
"Kijk! Hier zie je jouw toekomstige nakomelingen: Romeinen, die uit ons geslacht geboren zullen worden."
En hij toonde zijn zoon de stichters van Rome, trotse koningen, consuls en helden van de republiek, de goddelijke Augustus.
Toen zei hij: "De Grieken zullen weliswaar beter marmeren standbeelden kunnen houwen en processen voeren en met een passer de omwentelingen van de hemellichamen beschrijven.
Maar jouw kunst zal het zijn, Romein, de volkeren met macht te regeren, een rechtvaardige vrede op te leggen, de onderworpenen te sparen en de trotse volkomen te overwinnen."
Zo zette Anchises de geest van Aeneas in vuur en vlam met liefde voor toekomstige roem.
Vervolgens liet hij zijn zoon uit de onderwereld gaan.
Verheugd keerde Aeneas terug naar de schepen, waar zijn metgezellen en de kleine Ascanius op hem wachtten.
In zijn geest bleven de woorden van zijn vader altijd steken:
"Jouw kunst zal het zijn, Romein, de volkeren met macht te regeren, een rechtvaardige vrede op te leggen, de onderworpenen te sparen en de trotse volkomen te overwinnen."