11, Agamemnon en Klytaimestra
Na het einde van de oorlog nu komt Agamemnon, de aanvoerder van de Grieken, naar huis. En daar wacht de koningin Klytaimnestra op de aanvoerder en zij heeft grote woede, want al tien jaren doet de dood van Ifigeneia haar verdriet. Daarom bereidt zij wraak voor voor de dood van het meisje. Agamemnon is blij met de schitterende overwinning en vermoedt niets. Hij gaat dus naar het huis. De indrukwekkende Klytaimnestra komt naar buiten en roept de succesvolle aanvoerder naar huis en legt een lange purperen loper neer in het voorportaal. Agamemnon aarzelt en zegt: "Waarom is een loper nodig. Voor Goden alleen zijn purperen lopers, pak ze dus op, want stervelingen zij eer van de Goden niet waard. En Klytaimnestra kijkt niet naar hem, maar verbergt een vreselijk plan, en zegt: "Steden verwoester, aarzel niet: Is de beroemde Agamemnon niet gelijk aan een God, want hij heeft groot aanzien? En opnieuw roept ze 'm naar huis. En Agamemnon aarzelt niet meer, maar gaat naar het huis. Onmiddelijk pakt de koningin de dodelijke dolk op en slaat het hoofd van hem. En zo ondergaat Agamemnon de straf voor de dood van Ifigeneia. Zo dan boeien de oude verhalen van de tragedies altijd nog de burgers.