Hoofdstuk 8, vertaling
Marcus wil met Cornelia spelen. Hij roept: “Cornelia wil je met mij spelen?” Maar Cornelia geeft geen antwoord. Weer roept de jongen: “Cornelia waar ben je?” Daarna rent de jongen naar de tuin, maar ook daar kan hij zijn zus niet vinden. Moeder die Marcus ziet zoeken, vraagt: “wat zoek je Marcus?” De jongen antwoordt: “ik kan Cornelia niet vinden.” Moeder zegt: “misschien kunnen we haar vinden als we beiden zoeken, jij en ik.” De jongen antwoord: “je zegt het goed moeder, jij kan zoeken in het landhuis, terwijl ik in de tuin zoek.” Daarna zoeken moeder en Marcus een poosje, maar ze kunnen het meisje nergens vinden, niet in het landuis, niet in de tuin, niet in de stal. Plotseling komt vader aan: En die vraagt, terwijl Marcus hij ziet : “wat zoeken jullie?” “We zoeken Cornelia” antwoord moeder, “maar we hebben het meisje nog niet gevonden.” Maar dan zegt vader: “dat is niet verwonderlijk, want jullie kunnen haar hier nu niet vinden. Op straat heb ik haar zien wandelen met grootvader. Spreekwoord Dikwijls willen wij meer kunnen dan we kunnen.