Unit 9, tekst 3: Een ontroerend weerzien
Categorie: Boek > Aurora Latijn > 2e Jaar
Tussen verscheidene anderen werd een zekere androclus binnengebracht, de slaaf van een oud-consul, die tot gevechten met wilde dieren was veroordeeld. wanneer die leeuw hem in de verte zag, bleef hij plots als het ware verwonderd staan. vervolgens ging hij langzaam en kalm naar de man toe alsof hij hem had herkend. dan kwispelde hij vleiend met zijn start zoals honden dat doen en hij likte zacht met zijn tong over de benen en handen van de man. deze zo verbazingwekkende gebeurtenis oogstte zeer groot gejuich van het pulbiek.
(...)
niet veel later kwam bij dezelfde grot deze leeuw aan met een bloedende poot en door de pijn van zijn verwonding kreunde hij. bij de eerste aanblik was mijn hart vervult van schrik. maar nadat de leeuw me had gezien kwam hij zachtaardig dichterbij. hij toonde me zijn opgeheven poot, als wou hij om hulp vragen. ik heb de reusachtige splinter, die in zijn poot stak, uitgetrokken en het bloed afgeveegd. dan legde de leeuw zijn poot in mijn handen en ging neerliggen om uit te rusten. sinds die dag hebben de leeuw en ik gedurende drie jaar in dezelfde grot van hetzelfde voedsel geleefd.
(...)
daarna ging androclus met de leeuw, die hij had vastgebonden aan een dunne riem, in heel de stad rond in de herbergen en de kroegen. de romeinen gaven hem geldstukken, ze bestrooiden de leeuw met bloemen en allen zeiden: dit is de leeuw die de gast was van deze man, dit is de man die de arts was van de leeuw.