Hoofdstuk 40, vertaling: Aesculapius wordt veroordeeld
Categorie: Boek > Redde Rationem
Na de redevoering van Minerva was er lang stilte;
sommigen richtten hun ogen op Apollo, andere op Iuppiter, maar er werd geen enkele stem gehoord. Eindelijk stond Apollo op en riep met woedende stem uit:
'Inderdaad! Een schitterende mening en de godin van de wijsheid waardig! Een mens zal door de goden gedood worden. En waarom? Omdat, stel je voor, ze door de mensen vereerd willen worden Aan welke god, aan welke godin zal die belachelijke en wrede mening bevallen? Toch zeker niet aan Iuno? Toch zeker niet aan mijn zus Diana? Toch zeker niet aan Bacchus, Vuicanus, Mereurius. Wat zitten jullie nu allen hier (zo) zwijgend?
Als jullie, verdorie, je stem niet durft verheffen, verlaat dan met mij de vergadering en maak zo je mening duidelijk
Ik tenminste wil hier niet blijven,
met hen die die stomme mening goedkeuren.' Vervolgens verliet Apollo met een boos gezicht de vergadering; alleen Iuno stond op van haar zetel en ging met Apollo weg.
Toen (zei) Iuppiter:
'Dus is het gedaan met AEsculapius, onsterfelijke goden; want niemand is met Apollo weggegaan, behalve Iuno; en die ging niet weg hierom, omdat
ze het nu eens is met Apollo, maar omdat ze het altijd oneens is met mij.
Langer bij jullie spreken over die dokter acht ik nutteloos. Ga, Vulcanus, beveel jouw Cyclopen een geweldige bliksem te smeden: met de bliksem zal AEsculapius ter dood gebracht worden!'
(letterlijk: aan AEsculapius zal de dood aangebracht worden)
Vervolgens stond hij op van zijn koningstroon en zond de vergadering heen.
Diezelfde dag slingerde hij een bliksem vanaf de hoge Olympus en joeg 4isculapius naar de onder- wereld, waar Dis hem blij ontving.

Spreekwoorden
Een wijze draagt al het zijne bij zich.
Een hebzuchtige gierige ontbreekt alles, een arme een paar dingen, een wijze niets.
Aan de koningin bevalt haar eigen koning.
Als je bemind wil worden, bemin dan.