Hoofdstuk 34, vertaling: Over Mucius Scaevola
Reeds lang belegerde Porsinna, de koning van de Etrusken, met zijn leger de stad Rome;
hoewel de Romeinen echter alles geprobeerd hadden, hadden ze de Etrusken niet kunnen
verjagen. Ze werden al door honger gekweld, toen Gaius Mucius, een aanzienlijke
jongeman, stiekem naar de vijanden toeging en probeerde de koning te doden en op zo'n
manier de oorlog te be~indigen. Maar hij vergiste zich en doodde een ander in plaats van de
koning: toen namen de vijanden hem gevangen en sleepten hem voor koning Porsinna.
(9)Toen zei Mucius deze woorden: "ik ben een Romeins burger; ze noemen me Mucius. Als
vijand wilde ik de vijand te doden; maar niet alleen ik wilde dit: groot is de groep
jongemannen, die na mij hetzelfde zullen proberen. Mijn lot viel als eerste uit de pot, de
overigen zullen op hun tijd aanwezig zijn, en wat ik tevergeefs geprobeerd heb, zal
ongetwijfeld een ander na mij kunnen bewerken."
(14)Na het horen van deze woorden beval Porsinna woedend zijn soldaten de jongeman met
vuren te omringen, waarmee hij hem bang wilde maken; maar terwijl Mucius uitriep: "Zij die
niets anders zien dan grote roem vrezen het vuur niet", stak hij lachend zijn rechterhand in
het vuur en de pijn verwaarlozend hield hij hem daar. Toen zei de koning, verschrikt door het
wonderbaarlijke: .'jij moet weggaan! Omdat jij zulke dingen tegen jezelf durft laat ik je uit mijn
handen gaan."
(20)Toen de koning daama bezorgd die dingen die de Romein had gezegd overdacht,
begreep hij dat de Etrusken nooit de Romeinen, zulke mannen, konden overwinnen, en
spoedig ging hij met zijn leger weg van Rome.
De Romeinen noemden Mucius later Scaevola, omdat hij slechts een "scaeva" (dit is "linker")
handhad.