3 Ovidius, tekst: Verraderlijk goud Midas
Categorie: Boek > Phoenix > Boek 4
Midas, waarvan te verwachten was dat hij het geschenk slecht zou gebruiken, zei : « Maak dat alles wat ik met mijn lichaam aanraak verandert in roodgeel goud." Liber stemde in met de wens en hij loste zijn belofte in in verband met het geschenk dat zou schaden en hij betreurde dat Midas niets beter gewenst had.
De godenzoon van de Berecynthius ging blij weg en verheugde zich in het kwade en hij beproefde de betrouwbaarheid van het beloofde door telkens iets aan te raken, hij geloofde zichzelf nauwelijks en hij trok een twijg groen door het gebladerte af van een lage eik : de twijg werd van goud, hij hief een steen op van de grond: ook de steen kreeg een goudglans; hij raakte ook een aardkluit aan: door de machtige aanraking werd de aardkluit een goudklomp; hij plukte droge aren van het graan: de oogst was van goud. Hij hield een stuk fruit vast geplukt van een boom; je zou menen dat de Hesperiden het aan hem gegeven hadden; als hij z'n vingers dicht bij de hoger deurposten bracht, dan zag men de hoge deurposten straalden. Ook toen gij z'n handen waste met helder water, had het water dat van de handen afvloeide Danae kunnen misleiden. Hij omvatte nauwelijks zijn verwachtingen in zijn geest, toen hij zich alles in goud voorstelde.
De dienaren plaatsten tafels rijkelijk beladen met gerechten en rijkelijk voorzien van brood voor de blije man.
Maar dan, hetzij hij met z'n rechterhand de gaven van Ceres aanraakte, dan waren de gaven van Ceres hard; hetzij hij zich klaarmaakte om de gerechten met begerige tanden te kauwen, dan bedekte een roodgele laag de gerechten, als hij erin beet; hij mengde wijn met zuiver water: je had vloeibaar goud door z'n mond kunnen zien vloeien. Onthutst door het onvoorziene kwade en rijk en ellendig tegelijk verlangde hij z'n rijkdom te ontvluchten en wat hij zo-even vurig gewenst had, haatte hij nu.
Geen overvloed van spijzen verlichtte zijn honger, een droge dorst schroeide zijn keel, hij werd terecht gekwetst door het schitterend goud. Hij hief zijn handen en zijn schitterende armen naar de hemel en zei : "Schenk vergiffenis, we hebben gezondigd, vader Lenae, maar heb medelijden, ik smeek u, ontruk mij aan dat schoonschijnend kwaad. De wil van de Goden is mild: Bacchus verloste degene die bekende dat hij gezondigd had, en hij maakte ongedaan het geschenk gegeven uit trouw aan het gebeurde.
Om niet het omkleed te blijven met het verkeerd gewenste goud, ga naar de rivier in de buurt van de grote Sardes en leg de weg af over de hoogte van de oever, stroomopwaarts totdat je de oorsprong van de rivier bereikt, en hou je hoofd onder de schuimende bron, waar ze het overvloedigst ontspringt, en was samen met je lichaam misdaden af.
De koning baadde in het hem opgelegde water, de gouden kracht kleurde de rivier, en ging over van het menselijk lichaam op de rivier.