Tekst 1.2: De boer en zijn zonen
Categorie: Boek > Phoenix > Boek 3
De boer en zijn zonen

De dood van de boer

Een oude boer, die stervend in bed lag, riep zijn zonen samen:'Mijn zonen,'zei hij,'het einde van mijn leven nadert; weldra zal ik sterven . Dit is mijn laatste wil: Gelieve het erfgoed niet te verkopen, want in de wijngaard ligt een schat verborgen, die nog niet door jullie gevonden is. Geloof mij en zoek de schat, ook al kan ik jullie de plaats waar hij verborgen is niet zeggen.'

Op zoek naar de schat

Weinige dagen later vertrouwden de zonen het lichaam van hun vader toe aan de aarde en dadelijk begonnen ze in de wijngaard de schat te zoeken. Met harken braken ze de aardkluiten open en met schoppen spitten ze de aarde om. Overal zochten ze naar een potten vol (met) goud.

Maar ze zwoegden tevergeefs: ze vonden geen schat, geen potten met goud zaten verborgen in de wijngaard. Daarom keerden ze teleurgesteld terug naar huis en ververvloekten ze hun gestorven vader.

De ware schat

Maar het volgende jaar brachten de wijnstokken door hun werk een reusachtige hoeveelheid vruchten voor. De wijn, die uit de druiven geperst werd, was de beste van alle streken. De zonen verkochten de wijn en werden zeer rijk, zoals vader in gedachte had gehad, toen hij zei:'In de wijngaard ligt een schat verborgen, die jullie nog niet gevonden hebben.'

En dikwijls dachten de zonen met een dankbaar hart terug aan deze woorden van hun stervende vader, die voor zijn dood, dit plan voor zijn zonen in gemoed had.