Tekst 2.2: De ulixo et Polyphemo
Categorie: Boek > Phoenix > Boek 2
3.2 De ulixo et Polyphemo
1) Na vele zwerftochten
2) bereikte Odysseus met zijn gezellen het eiland van de cyclopen.
3) Deze reusachtige mensen
4) hadden slechts één oog in het midden van hun voorhoofd
5) en leefden van melk en vlees van schapen.
6) Eens had het orakel de cycloop Polyphemus,
7) de zoon van Neptunus, gewaarschuwd:
8) "Pas op voor Odysseus! Als hij bij je zal gekomen zijn, zal hij je blind maken"
9) Maar de cycloop had gelachen:
10) "Als hij mijn grot zal binnengekomen zijn, zal ik hem verslinden."
11) Odysseus zocht met zijn kameraden naar voedsel,
12) terwijl Polyphemus afwezig is,
13) gingen ze toevallig zijn grot binnen.
14) Maar tegen de avond,
15) keerde de zoon van Neptunus met zijn kudde schapen terug,
16) sloot de uitgang van de grot af met een reusachtige rotsblok.
17) Plotseling bemerkte hij Odysseus en zijn gezellen,
18) en omdat hij hen beschouwde als rovers,
19) greep hij twee van Odysseus' gezellen en verslond hen.
20) Toen probeerde Odysseus de aandacht van de cycloop af te leiden en hij zei:
21) "Kijk, drink deze wijn, Poliphemus, het is de beste"
22) Polyphemus dronk heel de beker in ��n teug leeg
23) en zei lachend:
24) "Jij bevalt me, mensje,
25) want je hebt me met grote vreugde gevuld!
26) Zeg me je naam!
27) "Odysseus, een voorzichtig man antwoordde:
28) "Ik ben Niemand. Allen noemen me Niemand"
29) Waarop Polyphemus zei:
30) "Ik zal aan Niemand een mooi geschenk geven,
31) ik verslind Niemand als laatste."
32) Polyphemus dronk vele bekers uit,
33) totdat hij eindelijk, overweldigd door wijn, in slaap viel.
34) Op dat moment, doorboorden Odysseus samen met zijn sterke gezellen
35) het oog van de cycloop met een brandende boomstam.
36) Het bloed vloeide uit de wonde en
37) Polyphemus, uitzinnig van de pijn, hief een luid geschreeuw aan
38) en probeerde de Grieken tevergeefs te grijpen.
39) Uiteindelijk riep hij de overige cyclopen:
40) "Kom vrienden, red mij het leven!"
41) Deze kwamen aangerend en vroegen:
42) "Wat gebeurt er, Polyphemus? Waarom roep je in het midden van de nacht?"
43) De zoon van Neptunus antwoordde:
44) "Niemand heeft me willen doden, Niemand heeft me verwond!"
45) "Als niemand jouw wil doden, antwoordden de andere cyclopen.
46) "dan kunnen wij jouw niet helpen"
47) Smeek bij je vader, misschien zal hij aan jouw een gezonde geest teruggeven"
48) En ze lieten de ongelukkige Polyphemus achter.